Q&A digitale gegegevensuitwisseling

Tijdens de digitale VSV bestuurdersbijeenkomst van 8 december 2020 werden verschillende vragen gesteld. Deze vragen hebben we in samenwerking met Babyconnect beantwoord. Hieronder het overzicht.

Meer informatie over de digitale bijeenkomst en terugkijken kan hier.

PGO (persoonlijke gezondheidsomgeving)

Berekenen PGO’s kosten door aan de cliënt, de gebruiker hiervan? Of ontvangen PGO’s advertentie-inkomsten? De PGO-leveranciers berekenen in de basis geen kosten aan de cliënt. Het kan zijn dat een PGO in functies uitbreidt en dat er dan wel kosten doorberekend worden aan de cliënt. 
Een PGO moet voldoen aan de MedMij standaarden en dit houdt onder andere in dat een PGO advertentievrij moet zijn: https://www.medmij.nl/pgo/ 
Worden de geboortezorggegevens van een cliënt ook ontsloten in een PGO via VIPP Babyconnect?? Via de aanpak van VIPP Babyconnect worden alle gegevens met betrekking tot de geboortezorg verzameld en gepresenteerd in een PGO (voor cliënten). 
 
Met andere woorden: VIPP Babyconnect zorgt ervoor dat de cliënt de gegevens kan inzien in de PGO. De gegevensuitwisseling tussen zorgverleners onderling gaat niet via de PGO. Zij kunnen de gegevens inzien via een viewer in hun eigen systeem.  
 
Het beschikbaar maken van gegevens naar een PGO is één van de outcomedoelen en staat in de VIPP Babyconnect beleidsregel.  
Is het al bekend hoeveel verschillende PGO-apps er komen?  Het aantal PGO’s dat een MedMij-label heeft is best groot. Op de website kun je een overzicht vinden: https://www.medmij.nl/overzicht-medmij-deelnemers/  
De cliënt beslist zelf welke PGO-app ze gebruikt.  

Wetgeving

Waar moeten eerstelijnspartijen op termijn wettelijk aan voldoen m.b.t de digitale gegevensuitwisseling? Het Wetsvoorstel Elektronische Gegevensuitwisseling wordt volgens planning begin 2021 aangeboden aan de Tweede Kamer. Dit wordt de algemene wet voor digitale gegevensuitwisseling. Te zijner tijd komt hierop nog een aanvulling, waaraan de geboortezorg moet voldoen. De basis voor de algemene wet is opgenomen in het framework voor digitale gegevensuitwisseling in de geboortezorg.  
Op welke termijn is het aanleveren van vastgestelde gegevens voor een VIPP-programma als Babyconnect verplicht? Of is die datum nog niet vastgelegd? De daadwerkelijke wettelijke verplichting gaat naar verwachting in rond 2026  Dit neemt niet weg dat de minister wil onderzoeken welke uitwisselingen sneller wettelijk verplicht kunnen worden na de inwerkingtreding van de Wet Elektronische Gegevensuitwisseling (Wegiz). In de loop van 2021 moet er meer duidelijkheid komen over de betreffende uitwisselingen en de termijnen waarop een wettelijke verplichting kan worden ingevoerd. De minister heeft hierover op 14 december de kamer geïnformeerd

Hoe werkt Babyconnect? 

Is Babyconnect een systeem en kan het uitvallen? Wat gebeurt er dan?  Babyconnect is geen systeem en geen product. Babyconnect is een landelijk VIPP-programma dat in opdracht van het ministerie van VWS de geboortezorg ondersteunt met het mogelijk maken van digitale gegevensuitwisseling. De minister heeft voor dit versnellingsprogramma een beleidsregel geschreven hoe en onder welke voorwaarden de realisatie van digitale gegevensuitwisseling uitgevoerd kan worden. 
Volgens de aanpak van VIPP Babyconnect blijf je werken in je eigen zorgverlenerssysteem. Deze korte video legt uit hoe de uitwisseling er uit gaat zien.  
Waarom wordt VIPP-Babyconnect op regionaal en niet op landelijk niveau opgepakt?  VIPP Babyconnect wordt niet alleen op regionaal niveau opgepakt. Ook landelijk voert het programmabureau activiteiten uit, zoals  
Het uitdenken van de techniek en ontwikkelen van landelijke standaarden,  
Het uitvoeren van leveranciersmanagement,  
Het borgen van het gedachtegoed en de kennis,  
Het delen van kennis en  
Het ondersteunen van de regio’s, door het geven van trainingen en presentaties.  
 
De implementatie gebeurt regionaal. Dit is nodig om aan te sluiten bij de regionale samenwerking, de eisen en wensen van professionals en cliënten. Daarbij sluit de invoering aan op de zorgstandaard integrale geboortezorg, die regionaal geïmplementeerd wordt. Het realiseren van digitale gegevensuitwisseling is een onderdeel van deze zorgstandaard.  
 
Daarnaast heeft het ministerie bepaald dat een zorgbrede landelijke infrastructuur niet wenselijk is. Privacy, risico’s, politieke overwegingen spelen hierbij een rol. Een landelijk LSP is mislukt. Twiin realiseert regionale knooppunten waardoor netwerken aan elkaar verbonden worden en landelijke dekking gerealiseerd wordt. VIPP Babyconnect sluit aan op deze regionale knooppunten. 
 
Landelijk uitwisseling wordt mogelijk door een regionale infrastructuur en door interoperabiliteit. Dit laatste houdt in dat alle systemen, voorwaarden en afspraken op elkaar aansluiten, zie ook deze factsheet. VIPP Babyconnect ziet erop toe dat de regionale infrastructuur en interoperabiliteit verankerd worden in de uitwisseling.   
Gaat VIPP Babyconnect ervoor zorgen dat er bovenregionaal oftewel tussen de regio’s uitgewisseld kan worden?Het uitwisselen van gegevens tussen regio’s speelt niet alleen in de geboortezorg. Meerdere VIPP-programma’s richten zich op uitwisseling tussen de regio’s. Het programma TWIIN werkt aan het mogelijk maken dat er tussen regio’s zorggegevens uitgewisseld kunnen worden, door onder andere knooppunten te realiseren waar verbindingen tussen verschillende netwerken gecreëerd worden. Deze aanpak is gemaakt door het ministerie van VWS en afgesproken in het framework 2018-2022, realisatie digitaal informatie delen in de geboortezorg.  
Mag je de subsidiegelden zelf verdelen in je VSV?Samen met het regionaal partnerschap (minimaal 3 VSV’s) bekijk je wie de penvoerder wordt en wie deelneemt in de projectorganisatie om digitale gegevensuitwisseling te realiseren. Hierbij hoort een plan en een begroting volgens de voorwaarden van de beleidsregel VIPP Babyconnect. Je bepaalt met de penvoerder hoe de subsidie ingezet en verdeeld gaat worden.  
Is er een landelijke informatiestandaard vastgesteld? De landelijke informatiestandaard voor de geboortezorg is het perinataal woordenboek en dataset (PWD). De basis voor de datasets zijn zorginformatiebouwstenen (zibs). Lees meer >>> 
Worden er landelijke afspraken gemaakt met de ICT- aanbieders? Babyconnect heeft landelijk overleg met de ICT leveranciers. In het afsprakenstelsel interoperabiliteit geboortezorg staan de afspraken met de leveranciers. Bij de implementatie in de regio zullen de afspraken worden vastgelegd in contracten. Het programmabureau van VIPP Babyconnect sluit geen contracten met leveranciers. Standaarden en beheerafspraken worden wel door het landelijk programmabureau afgesproken in de innovatie- & beheer cyclus. Hierin wordt vastgelegd bij welke partijen afspraken structureel worden geborgd. 

ROS/RSO

Wat is het verschil tussen een RSO en een ROS? Een RSO is een Regionale Samenwerkingsorganisatie die met mandaat van zorgaanbieders in de regio de communicatie en gegevensuitwisseling faciliteren. 
Een ROS is een Regionale Ondersteuningsstructuur voor in ieder geval de eerste lijn. Een ROS adviseert en begeleidt de eerste lijn én betrokken partijen bij samenhangende zinnige en zuinige zorg in de wijk of regio. 
Via deze link kom je op de interactieve kaart waarop alle relevante netwerken rondom geboortezorg zijn te vinden. Deze staat in het geboortezprglandschap op kennisnet geboortezorg.  
Kan ik een RSO vergelijken met een RZCC? RZCC is een voorbeeld van een RSO
Wie kan penvoerder zijn in een regio?Een ROS, een RSO of een onafhankelijke stichting kan penvoerder zijn van het project VIPP Babyconnect. Meer informatie hierover vind je in de beleidsregel VIPP Babyconnect.  
Is samenwerking met een RSO én een ROS het meest ideaal?  Bij regionale partnerschappen waar een ROS en een RSO samenwerken, is een mooie synergie ontstaan. Zij vullen elkaar aan en vormen een sterkte projectorganisatie. Maar deze samenwerking is niet in alle regio’s mogelijk en daarom helpt het programmabureau VIPP Babyconnect bij zoeken naar een passende oplossing.  
Een praktijkvoorbeeld uit Friesland kun je hier lezen >>> 
Delen de ROS’en ervaringen met elkaar? ROS-en zijn verenigd in een netwerk ouder en kindzorg. Hierin komt het onderwerp digitale gegevensdeling aan bod en VIPP Babyconnect in het bijzonder. 
Hebben jullie een advies voor regio’s zonder ROS of RSO? In het geval dat er geen ROS of RSO is in je regio, kun je het beste contact opnemen met het ondersteuningsteam van het programmabureau VIPP Babyconnect. Zij denken mee en helpen je bij het zoeken naar een passende oplossing.  

Bekostiging

Wat zijn de structurele kosten na beëindiging van de subsidie?  Het realiseren van digitale gegevensuitwisseling is een innovatie. Dit betekent dat vooraf niet bekend is wat de blijvende kosten zijn. 
 
Dat gezegd hebbende: deze structurele kosten moeten betaalbaar blijven. Kosten voor licenties van de zorgverlenerssystemen zijn bijvoorbeeld nog niet bekend. Het programmabureau VIPP Babyconnect onderzoekt of deze kosten passen binnen de huidige tarieven in de geboortezorg of dat er actie moet worden ondernomen voor aanvullende financiering. 
De infrastructurele kosten voor een regio mogen niet doorberekend worden aan de geboortezorg.  
 
In de hele zorgsector zijn er VIPP-programma’s om digitale gegevensuitwisseling te realiseren. Dit betekent dat de kosten hiervoor gedragen moeten worden door de hele zorgsector. Hier vind je meer informatie over de VIPP-programma’s. 
 
Het landelijk programmabureau VIPP Babyconnect is over dit onderwerp in gesprek met stakeholders als VWS, ZN, NZA en het Informatieberaad van VWS.  
Het programmabureau ontwikkelt een factsheet waarin duidelijk wordt welke kosten voor wiens rekening komen.
Kunnen de regionale kosten landelijk bepaald worden?  De beleidsregel gaat uit van regionale oplossingen zodat er in de regio zelf gekozen kan worden hoe en op welke wijze men de gegevensuitwisseling wil realiseren. De mogelijkheden en randvoorwaarden hiervoor worden landelijk afgesproken.  
 
Het programmabureau VIPP Babyconnect heeft contact met de regio’s over allerlei onderwerpen, zoals de regionale kosten, en houdt de signalen goed in de gaten. Het bureau ontwikkelt een factsheet waarin duidelijk wordt welke kosten voor wiens rekening komen.   
 
Neem bij vragen over de regionale kosten contact op met het programmabureau VIPP Babyconnect. 
 
Ps. Hieronder meer achtergrondinformatie over de regionale en landelijke activiteiten die uitgevoerd worden:  
 
VIPP Babyconnect is een project dat zowel landelijk als regionaal wordt uitgevoerd. De onderwerpen technische ontwikkeling, landelijke standaarden, leveranciersmanagement en borgen van kosten liggen bij het landelijk programmabureau.  
 
In de regio vindt de implementatie plaats. Een regionaal partnerschap kan de subsidie VIPP Babyconnect gebruiken voor: 
Aanpassingen tussen en aan zorginformatiesystemen, zodat er tussen zorgverleners onderling en tussen zorgverleners en cliënten uitwisseling van gegevens wordt bewerkstelligd; 
Het aanstellen van een projectleider in het regionaal partnerschap; 
Het mogelijk maken dat informatie ontsloten kan worden naar het PGO van de cliënt, conform het MedMij-afsprakenstelsel; 
Informeren van cliënten over de mogelijkheid om digitaal toegang tot de eigen gegevens te krijgen; 
Het organiseren van inspraak, zodat de belangen van de cliënten worden vertegenwoordigd. 
 
Indien de volledige kostenstructuur nog niet helder is, kan er dan worden uitgestapt als blijkt dat de structurele kosten te hoog worden? Wanneer je gebruik maakt van de subsidie, bouw je een subsidierelatie op met het ministerie van VWS. Vanuit de regio kan te allen tijde melding gemaakt worden van afhankelijkheden of onvoorziene omstandigheden. Dan wordt er samen met het ministerie naar een oplossing gezocht.  
 
Omdat bij het aangaan van de samenwerking de kosten nog niet volledig in beeld zijn, wordt bij het aanvragen uitgegaan van bepaalde aannames. Indien deze aannames niet gehaald worden (bijvoorbeeld minder dan 70% van de deelnemende zorgaanbieders kan verantwoord deze kosten dragen) is een escalatiemogelijkheid tot op ministerieel niveau mogelijk.  
 
Het uitstappen op individueel niveau wordt per regionaal partnerschap besproken inclusief eventuele ‘uitstapkosten’.  
 
VIPP Babyconnect ondersteunt regionale partnerschappen graag bij de subsidieaanvraag en bij het in beeld brengen van projectrisico’s. 
Moeten we de subsidie terugbetalen als we uitstappen? Als je als zorgorganisatie met VIPP Babyconnect aan de slag gaat, spreek je resultaatverplichtingen af. Je wilt samen een doel bereiken. Deze resultaatverplichtingen gaan over het toepassen van de landelijke outcomedoelen en zorgen voor digitale gegevensuitwisseling binnen het framework van VIPP Babyconnect. Er geldt een inspanningsverplichting om die resultaten in te bedden in de regio. 
 
Als je als organisatie besluit uit te stappen, bepaal je met het partnerschap wat dit betekent en of er ‘uitstapkosten’ zijn. De organisatiekosten kunnen bijvoorbeeld terugbetaald moeten worden.  
 
Er kunnen omstandigheden zijn waardoor de outcomedoelen voor de regio niet gehaald kunnen worden, bijvoorbeeld door afhankelijkheden van andere projecten en partijen. Dit is een escalatiemogelijkheid naar VWS.  
 
Als er omstandigheden zijn waardoor de doelen niet behaald worden, zoekt het regionaal partnerschap met het ministerie van VWS naar een oplossing. Dan kan er bijvoorbeeld afgezien worden van de resultaatverplichting en ook van terugbetaling.  
 
De subsidieverstrekker gaat er wel vanuit dat het programmabureau VIPP Babyconnect op de hoogte is gesteld, zodat er meteen gekeken kan worden of de desbetreffende  vraagstukken ook in andere regio’s spelen. Het programmabureau helpt ook naar het zoeken van oplossingen.  

Regiovragen

Kunnen we de subsidie ook gebruiken om in de regio in één zorgverlenerssysteem of EPD te werken?  Daarvoor kan geen subsidie aangevraagd worden. Het uitgangspunt van het VIPP-programma Babyconnect is dat iedere zorgverlener in zijn eigen systeem blijft werken. Afspraken hierover zijn vastgelegd in het framework realisatie informatie-deling geboortezorg.  
 
Uiteraard kun je als regio besluiten om in één EPD te werken. Echter, de bedoeling is dat digitale gegevensuitwisseling plaats kan vinden tussen alle zorgverleners in de geboortezorg, in welke regio dan ook. Dus ook buiten de eigen regio, waar in andere zorgverlenerssystemen gewerkt wordt.  
 
Digitale gegevensuitwisseling, zoals vastgelegd in het framework, is leveranciersonafhankelijk en moet uitgevoerd kunnen worden tussen alle zorginformatiesystemen.