Gemeentelijke organisatie

Een belangrijke bouwsteen van het landelijke actieprogramma Kansrijke Start is het vormen van lokale coalities rondom de eerste 1000 dagen van kinderen. De kracht van een lokale coalitie is de combinatie van hulp en inzet van het medisch en sociaal domein en daar gezamenlijk afspraken over maken. Gemeenten kunnen daarvoor middelen aanvragen via de Impuls Kansrijke Start. Inmiddels hebben 275 gemeenten dat gedaan en werken samen met partijen, waaronder de geboortezorg, aan het opbouwen of versterken van de eerste 1000 dagen van een kind. De kracht van een lokale coalitie is de combinatie van hulp en inzet van het medisch en sociaal domein rond de zwangerschap en daar gezamenlijk afspraken over maken 

Een lokale coalitie Kansrijke Start wordt vaak geïnitieerd door de gemeente, maar in sommige regio’s door zorgverleners uit de geboortezorg of allebei. De ‘wereld’ van de gemeente ziet er anders uit dan die van de zorg: er zijn andere ‘spelregels’ en vaak wordt er ook een andere ‘taal’ gesproken. Op deze pagina vind je informatie om meer inzicht te krijgen in hoe het in de gemeente werkt.  Het geeft o.a. inzicht in de verschillende beleidscyclussen, budgetten en hoe de invloed van de politiek is (en de invloed van de ambtenaar op de politiek). Ook de rol van de GGD en JGZ wordt inzichtelijk gemaakt. 

Ga snel naar:

Organisatiestructuur gemeente

De gemeentelijke organisatie bestaat uit: 

  • burgemeester (benoemd voor 6 jaar),   
  • wethouders en gemeenteraad (gekozen voor 4 jaar bij gemeenteraadsverkiezingen)  
  • ambtenaren, (in dienst van de gemeente, voor onbepaalde tijd)  

College van burgemeester en wethouders

Het College van burgemeester en wethouders (College van B&W) is het dagelijks bestuur van de gemeente. Haar bevoegdheden liggen vast in de Gemeentewet. Bepaalde taken zijn bij het college neergelegd, zoals de zorg voor de ambtelijke organisatie, het aangaan van bepaalde transacties, het benoemen van ambtenaren. Wethouders worden gekozen door de gemeenteraad op basis van een ‘vertrouwensvotum’. In tegenstelling tot gemeenteraadsleden en wethouders wordt de burgemeester niet gekozen maar benoemd. De benoeming van een burgemeester geldt voor een periode van zes jaar.  

Sinds 2002 maken wethouders geen deel meer uit van de gemeenteraad, zodat ze niet meer kunnen besluiten over hun eigen voorstellen (dit heet zgn ‘dualisering van het gemeentebestuur.  

De wethouders zijn verbonden aan een politieke partij (die in de coalitie zit). De gemeenteraad beslist over welke wethouders aan- of aftreden. Wethouders zijn verantwoordelijk voor een specifiek onderwerp(en). Het takenpakket van een wethouder heet de portefeuille. Wethouders worden aangesteld door de gemeenteraad. De portefeuilleverdeling onder wethouders is onderdeel van de coalitieonderhandelingen na de gemeenteraadsverkiezingen. Dit is altijd spannend voor de ambtenaren in de gemeente: welke partij gaat de wethouder van ons beleidsterrein leveren?  

Gemeenteraad

De gemeenteraad is een vorm van volksvertegenwoordiging. De leden worden elke 4 jaar gekozen door de inwoners van de gemeente. De gemeenteraad bepaalt in hooflijnen het gemeentebeleid en controleert of het College van B&W het beleid goed uitvoert. Ook beslist de gemeenteraad over welke wethouders aan- of aftreden. De burgemeester is voorzitter van het college B&W én van de gemeenteraad. Vergaderingen van de gemeenteraad zijn openbaar. Op de websites van gemeentes zijn over het algemeen de namen en contactgegevens van leden van de gemeenteraad en wethouders te vinden.  

Ambtenaren en beleidsadviseurs

Ambtenaren kunnen invloed uitoefenen op de politieke besluitvorming of beleid door middel van het informeren en adviseren van de bestuurders. Afhankelijk van hun positie, op welke afdeling zij werken en welke dienst zij uitvoeren, kan deze invloed aanzienlijk zijn.  

Binnen de gemeente zijn verschillende soorten ambtenaren werkzaam. De hoogste ambtenaar is de Gemeentesecretaris. Deze leidt de ambtelijke organisatie en is verantwoordelijk voor succesvolle invoering van beleid en kwalitatief goede dienstverlening voor de burgers. De rol van gemeentesecretaris is ook een strategische: hij of zij adviseert het College van B&W, waarbij geschakeld wordt tussen wat de politiek wil en wat het ambtelijk apparaat kan.  

Binnen de gemeente zijn verschillende afdelingen werkzaam, met verschillende afdelingsmanagers/ directeuren. Een afdeling kan weer onderverdeeld zijn in verschillende teams, al dan niet met teammanagers.  De teams bestaan uit verschillende beleidsambtenaren, met verschillende verantwoordelijkheden (afhankelijk van de grootte van de ambtelijke organisatie).  

Ambtenaren werken op verschillende beleidsterreinen. Bij Kansrijke Start zijn vaak beleidsmedewerkers betrokken vanuit Jeugd, en binnen de gemeentes vindt vaak samenwerking plaats met o.a. Publieke Gezondheid, Onderwijs en Armoede- of Minimabeleid (en soms Werk en Inkomen). De namen van de beleidsafdelingen kunnen overigens sterk verschillen per gemeente!  

Beleidsadviseurs kunnen invloed op het gemeentebeleid uitoefenen, op verschillende lagen. Beleidsadviseurs: 

  • Adviseren wethouders op inhoud en proces. 
  • Ondersteunen wethouders en het college, bijvoorbeeld door het beantwoorden van vragen van de gemeenteraad, voorbereiden van de begroting etc. 
  • Kunnen inhoudelijke beleidsvoorstellen doen. (soms  verplicht vanuit wetgeving, bv Nota Volksgezondheid)  
  • Kunnen opdrachtgever zijn voor organisaties die subsidie of een opdracht ontvangen van een gemeente. 
  • Zijn aanspreekpunt voor (groepen) bewoners en organisaties.  

Politiek is de wethouder altijd verantwoordelijk. Beleidsadviseurs kunnen technische vragen beantwoorden, maar geen politieke.  Beleidsadviseurs laveren eigenlijk altijd tussen het uitvoeren van taken als algemeen beleid (en minder qua individuele casuïstiek). Wat voor hen ook lastig is: politiek gaat altijd voor.  

Invloed

Binnen de gemeentelijke en ambtenaren organisatie zijn verschillende beïnvloedingen mogelijk: van de politiek op beleid en van de ambtenaren op de politiek 

Invloed politiek op het beleid

De invloed van de politiek op het beleid van een gemeente is groot. Als beleidsadviseur geef je advies aan de wethouder en aan het college van B&W, maar de wethouder of het college of de gemeenteraad beslist uiteindelijk.  Politieke wensen en ambities staan altijd voorop en krijgen altijd prioriteit.  

Wettelijke taken van een gemeente zijn heel belangrijk voor het ambtelijk apparaat. Deze taken moeten uitgevoerd worden, ongeacht politieke programma’s.  De uitvoering van niet-wettelijke activiteiten of interventies is echter afhankelijk van de politieke keuzes.  

Het bestuur kan niet zomaar besluiten dat een activiteit of interventie die meerdere jaren (3 jaar) is gefinancierd, wordt stopgezet. Daarom zie je vaak pilots van 1 of 2 jaren bij vernieuwingen. Bij langlopende activiteiten of interventies zitten de budgetten ‘vast’: dit zijn structureel subsidies en daar kun je niet zomaar mee stoppen.  

Invloed ambtenaren op de politiek

De invloed van de ambtenaren op de politiek is sterk afhankelijk van de organisatiestructuur van een gemeente. Meestal is de rechtstreekse invloed beperkt, doordat bijvoorbeeld de voorbereiding in een vast format aangeleverd moet worden, dat wordt getoetst door het management of bestuursadviseur, jurist of financieel adviseur. Ook de aanwezigheid van management etc bij het portefeuille overleg of voorbespreking van onderwerpen in Managementteam besprekingen bv beperkt ook rechtstreekse beïnvloeding van een ambtenaar op de politiek.  

Beïnvloeding kan soms nog wel eens plaatsvinden, door dat bepaalde onderwerpen met ‘haast’ naar een wethouder kan, of dat de wethouder mee gaat op werkbezoek of naar een conferentie. Dan is er direct contact en kan er beïnvloeding plaats vinden. Ook kan het helpen om jouw onderwerp te koppelen aan een onderwerp van een andere ambtenaar, die een apart moment heeft ingepland met een wethouder.  Soms wordt gevraagd om input te leveren bij een inhoudelijke informatieavond voor de gemeenteraad. Dit kan ook een moment zijn om invloed uit te oefenen op de politiek.  

Politiek draagvlak is een belangrijke succesfactor voor de Kansrijke Start aanpak. Draagvlak (bij wethouders of gemeenteraad) kan versterkt worden door Kansrijke Start te koppelen aan maatschappelijke opgaven in de gemeente en bestuurders zelf.  

Beleidscyclus van de gemeente

Binnen de gemeente heeft men te maken met verschillende cycli die het beleid binnen de gemeente bepalen:  

  • coalitie of college-akkoord (vastgesteld na gemeenteraadsverkiezingen) 
  • meerjaren beleidsplannen (op thema’s, sommigen ervan zijn wettelijk verplicht) 
  • opstellen begroting en bepalen van budgetten (voor komend jaar en voor meerjaren) 
  • budgetten (jaarlijks) 

Coalitie- of collegeakkoord

Het coalitie of college akkoord bevat een periode van 4 jaar. Dit wordt beschreven en vastgesteld na de gemeenteraadsverkiezingen door het college (in onderhandelingen tussen de coalitiepartners). Dit akkoord is voor het beleid in de gemeente heel belangrijk. Het is gemakkelijker om invloed op het beleid uit te oefenen bij wethouders die aanblijven, maar moeilijker bij nieuwe wethouders (omdat die nog onbekend zijn). Als je ideeën of plannen hebt, is het belangrijk om te kijken waar er aanknopingspunten zijn voor jouw idee binnen het collegeakkoord.  

Meerjaren beleidsplannen

De meerjaren beleidsplannen (Kadernota’s) hebben hun basis in het coalitie- of college akkoord. Voor een aantal thema’s is een beleidsplan/kadernota wettelijk verplicht (bv de Wmo, Jeugdhulp, Volksgezondheid). Steeds vaker worden thema’s gebundeld (bv het beleidsplan/kadernota sociaal domein). Vaak wordt een beleidsplan/kadernota uitgewerkt in een uitvoeringsplan.  Zie ook taken van een gemeente.

De gemeenteraad besluit over een beleidsplan/kadernota. Het uitvoeringsplan wordt door het College van B&W vastgesteld. Dit onderscheid maakt besluitvoering over beleidsplannen/ kadernota’s eenvoudiger. 

Begroting en bepalen budgetten

De cyclus met betrekking tot opstellen van begroting en het bepalen van de budgetten verloopt binnen gemeenten via een vaste cyclus. De begroting voor het volgende jaar (met daarin de meerjarenbegroting) wordt in de zomermaanden voorbereid en door de gemeenteraad in november vastgesteld. (Diverse gemeenten werken met een kadernota/voorjaarsnota voorafgaand aan de begroting. Hierin worden de kaders vastgelegd voor de begroting die later dat jaar volgt. Eventueel nieuw beleid krijgt hierin een plek). Alle voornemens, activiteiten en budgetten worden vastgesteld voor de periode van 1 jaar. Hierbij is er onderscheid tussen structurele – en incidentele budgetten. Voor nieuw beleid is maar heel weinig ruimte. Dat betekent dat indien je ideeën of plannen hebt je deze cyclus goed in de gaten moet houden. Als je iets indient in november, zal hier sowieso het komende het jaar niets mee gedaan kunnen worden. Wil je invloed uitoefenen: zorg dat je in het voorjaar contact hebt met beleidsambtenaren. Soms is het juist handig om aan het eind van het jaar contact te zoeken, maar dit heeft dan te maken met ruimte in budgetten: als er geld over is, kan er wat met budgetten geschoven worden. 

Voorstellen worden besproken met de wethouder, daarna binnen het college van B&W, vervolgens in de gemeenteraad.  

Een belangrijke periode is de periode na de gemeenteraadsverkiezingen, waarin onderhandeld wordt door de coalitiepartijen over de begroting. Dit wordt wel het college-retraite genoemd. Hierin kunnen allerlei voorstellen alsnog van tafel komen, als dit in de onderhandelingen sneuvelt bv. (zo zijn de middelen voor Kansrijke Start in een gemeente in zo’n college retraite weg onderhandeld…). 

De jaarrekening is de verantwoording van de uitgaven van het afgelopen jaar en wordt in het begin van het jaar opgesteld. In de voorjaars- en najaarsnota worden eventuele mutaties in de begroting aangegeven.  

De budgethouders van de verschillende portefeuilles zijn verantwoordelijk voor de planning en control van bepaalde budgetten. 

Budgetten

Beleidsadviseurs op bepaalde thema’s zijn vaak budgethouder voor bijbehorende budgetten. Aan het eind van het jaar vindt er soms verschuiving van restanten van budgetten plaats. Dit is mogelijk als het binnen dezelfde begrotingspost valt. De kans dat nieuwe initiatieven gefinancierd worden, kan daarom aan het eind van het jaar groter zijn dan in het begin van het jaar. Als er namelijk geld binnen een budget over is, gaat dit naar de algemene middelen. De begroting zal dan het jaar daarop lager uitvallen. Budgethouders willen daarom graag dat hun budgetten volledig besteed worden.  

Het kan een strategische keuze zijn, om te kijken of je nieuwe initiatieven indient bij het vaststellen van nieuw beleid (als het bv goed in het beleidsplan of jaarplan past) of dat je het juist aan het eind van het jaar indient.  

GGD en JGZ

De GGD en JGZ  hebben directe relaties met de gemeenten. Hieronder

De GGD

De Gemeentelijke Gezondheids Dienst (GGD) voert diverse taken op het gebied van publieke volksgezondheid uit zoals bevolkingsonderzoeken, infectieziektenbestrijding, gezondheidsvoorlichting en jeugdgezondheidszorg.  Er zijn 25 GGD’en in ons land. Gemeenten in één regio zorgen samen voor de instandhouding van de GGD. Dit gebeurt op basis van een gemeenschappelijke regeling. Zie GGD GHOR voor meer informatie over taken en verantwoordelijkheden van de GGD vind je achtergrondinformatie over o.a. taken en verantwoordelijkheden.  

De JGZ

Doel van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) is bijdragen aan een gezonde en veilige opgroeisituatie van jeugdigen, als individu en als groep. Gemeenten in Nederland zijn verantwoordelijk voor het organiseren van de JGZ. Het is aan hen om te bepalen wie de uitvoer doet: JGZ afdelingen die rechtstreeks onder een gemeente vallen of deel uitmaken van GGD’s of thuiszorgorganisaties. Daarnaast zijn er ook enkele zelfstandige stichtingen die de JGZ uitvoeren. Zie voor meer informatie over de JGZ de website van Het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ).  

Op 1 juli 2022 gaat de wijziging van de Wet publieke gezondheid in, waarin staat dat alle gemeenten een prenataal huisbezoek door de jeugdgezondheidszorg aan zwangeren en/of hun gezinnen in een kwetsbare situatie (PHB JGZ) moeten aanbieden. Om de samenwerking tussen de lokale partijen rondom het prenatale huisbezoek te versterken organiseerden het NCJ en CPZ in opdracht van VWS een workshop op dinsdag 21 juni jl. Deze workshop had als doel de professionals te informeren en de lokale samenwerking te stimuleren voor de implementatie van het prenatale huisbezoek.

Zie het geboortezorglandschap voor contactgegevens van JGZ 0-4 per gemeente.