Verloskundig Samenwerkingsverband (VSV)

Een Verloskundig Samenwerkingsverband (VSV) is een regionaal besluitvormend netwerk waarin organisaties van verloskundig zorgverleners, regionaal actieve kraamzorgorganisaties en andere regionale geboortezorg professionals gezamenlijk het (kwaliteits)beleid rondom uitvoering van de zorg rond zwangerschap en geboorte vaststellen (multidisciplinaire en lijnoverstijgende samenwerking). Verloskundige samenwerkingverbanden (VSV) zijn veelal gecentreerd rondom ziekenhuizen.

Momenteel zijn er 68 VSV’s actief in Nederland.

Van deze 68 VSV’s hebben ook 8 VSV’s zich doorontwikkeld naar een integrale geboortezorgorganisatie. Deze VSV’s willen – in lijn met hun integrale organisatie – ook integraal bekostigd worden. Zij ervaren de monodisciplinaire bekostiging als niet passend voor integrale geboortezorg. Regio’s die kunnen en willen overstappen naar integrale geboortezorg met integrale bekostiging noemen we integrale geboortezorgorganisaties.

Soms worden VSV’s als rechtspersoon ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Op de kaart zie je deze door VSV (KvK-inschrijving) aan te vinken.

Op deze pagina kun je een lijst downloaden met de meest actuele gegevens van de VSV’s.


Verantwoordelijkheden VSV

Binnen het VSV wordt de gezamenlijke verantwoordelijkheid vormgegeven door de organisatie van:

  • Een regionale adviesraad van zwangeren/(jonge) ouders
  • Een regionaal beleid rondom de risico-inschatting medisch en psychosociaal
  • Een regionaal beleid met betrekking tot omgaan met klachten
  • Een regionaal beleid met betrekking tot omgaan met calamiteiten en incidenten
  • Een regionaal beleid en cliëntenvoorlichting over pijnbestrijding welke in samenspraak met de regionale anesthesisten wordt gemaakt.
  • Een regionaal beleid voor zorg aan kwetsbare zwangeren.
  • Een minimaal maandelijks Multidisciplinair overleg (MDO)
  • Een minimaal jaarlijkse bespreking tussen de regionale geboortezorg partijen, van de regionale jaarcijfers omtrent de kwaliteit van geboortezorg, inclusief de kraamzorgdata (obv Perined, cliëntervaring en kwaliteitsindicatoren kraamzorg); benchmarking van die regionale cijfers ten opzichte van landelijke en andere regionale cijfers, gezamenlijke analyse daarvan en indien daar aanleiding toe bestaat een aanpassingen van de regionale afspraken
  • Deelname aan de Perinatale Audit
  • Het opleveren van een gezamenlijk kwaliteit jaarverslag. waarin de eerder beschreven analyse, benchmarking en beleidsaanpassingen staan beschreven.
  • Het aanbieden en bespreken van de uitkomsten van het gezamenlijk kwaliteit jaarverslag en beleidsplannen met de regionale adviesraad van zwangeren/(jonge) ouders.

(Bron: Zorgstandaard Integrale Geboortezorg, versie 1.1 juni 2016)


Geschiedenis VSV’s

Voor verbeteren van de kwaliteit van de verloskundige zorg in Nederland zijn goed functionerende verloskundige samenwerkingsverbanden heel belangrijk gebleken. Volgens de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte (2009) zou er overal in Nederland een VSV actief moeten zijn waaraan de verschillende professionals uit de geboortezorgketen verplicht deelnemen. Partijen in de geboortezorg hebben dit omarmt en zijn hiermee aan de slag gegaan.

Inspectie gezondheidszorg

De Inspectie voor de gezondheidszorg concludeert in haar afsluitend onderzoek naar de invoering van de normen zoals gesteld in het Stuurgroep advies ‘Een goed begin’ dat de samenwerking tussen verloskundigen en gynaecologen en ander beroepsgroepen binnen de gezondheidszorg in de Verloskundige Samenwerkingsverbanden goed van de grond komt. In dit rapport geeft de inspectie ook aan dat zij de adviezen van de stuurgroep niet als vrijblijvend ziet. Bekijk hier het rapport.

De eerste VSV’s

Al eerder zagen verschillende commissies een VSV als belangrijk middel om de kwaliteit van verloskundige zorg te verbeteren. Vanaf eind jaren ’80 gebeurde dat ook in de praktijk: steeds meer verloskundigen en gynaecologen zetten de stap naar afspraken over zorg en samenwerking in. De samenwerking ging niet vanzelf. Daarom zette de overheid in 1990 een stimuleringsprogramma op om de samenwerking te bevorderen en inzicht te krijgen in wat daarvoor nodig is. Ook de invloed van samenwerking op de kwaliteit van zorg is toen onderzocht (de Veer et al., 1996). Sindsdien nemen de VSV’s een steeds grotere plaats in in de onderlinge afspraken in de geboortezorg (Verloskundig Vademecum (1998 en 2003); een Goed Begin (2010)Boesveld et al., 2016). Waar de eerste VSV’s vooral bestonden uit verloskundigen, gynaecologen en soms huisartsen, nemen nu nagenoeg alle partners in het netwerk deel.